Hamstereeeeen

24 november 2020

Twee Nederlandse artsen hebben afvallen op een totaal andere manier benaderd: wie wil afvallen moet de hypothalamus – de  hamster in het brein – temmen.

Groter dan een suikerklontje is hij niet. Hij ligt diep in je schedel verzonken en stuurt je naar de koektrommel, de chipsvoorraad en de Franse kazen: de hypothalamus. Hij is binnen de hersenen de veelvraat die ons moet behoeden voor een hongerdood. Hij meet voedingsstoffen als vet en suiker in het bloed, en zet, als daar een tekort in lijkt te ontstaan, een hongergevoel aan. Jij denkt: eten! En als een ­ander hersengebied – de prefrontale cortex – je met ratio niet tegenhoudt (‘Wees verstandig eet een appel’), dan zit je in een mum van tijd op een stuk melkchocolade met ­hazelnoot te kauwen.

Lekker calorierijk, goed voor de vetvoorraad. Precies zoals hypothalamus het graag ziet, want dan ben je maar vast voorbereid op een barre winter in je koude grot.

De hersenen zijn natuurlijk supercomplex, maar als je het simplificeert komt het volgens de artsen hierop neer: De hypothalamus zorgt ervoor dat je genoeg eet. Als er te weinig binnenkomt raakt hij in de stress. Hij zal er alles aan doen om te zorgen dat jij weer gaat eten. De auteurs noemen de ­hypothalamus de hamster. Er zijn echter nog twee gebieden in de hersenen die van invloed zijn op het gewicht. Een daarvan is de prefrontale cortex (‘de beslisser’) – het deel van het brein dat knopen doorhakt en dingen leert en organiseert. Dus als je de beslissing neemt om af te vallen, dan doe je dat met de prefrontale cortex. Dan heb je nog het limbisch systeem (‘de lobbyist’). Die kan je een goed gevoel geven.

Nou gaat dat afvallen prima als de prefrontale cortex bij de les blijft. Als jouw hamster zegt: ‘Jij moet gaan eten’, moet de prefrontale cortex jou de goede beslissing laten nemen. Zolang hij de volle focus op afvallen heeft, gaat dat goed. Maar als hij afgeleid is door bijvoorbeeld de belastingaangifte dan zit je zo weer met je vingers in een pak stroopwafels.

Op het limbisch systeem kun je ook niet echt bouwen, want dat kan je een goed gevoel geven na een salade (‘ik ben goed bezig’), maar ook na een kroket (‘dat was lekker’). Volgens Kreier komt het hierop neer: ,,Welk deel van de hersenen het hardst roept, daar wordt door je lichaam naar geluisterd.”

De kunst is dus om de hersenen te misleiden. Je zou kunnen zeggen: train je spieren, maar ook je hersenen. Daar zijn trucjes voor. Tip: zorg dat je minder calorieën eet, maar wel een verzadigd gevoel krijgt. Dat zit hem onder meer in het goed verdelen van de maaltijden en de (gezonde) tussendoortjes over de dag. Als je dat goed doet, heeft de hamster wel een hongergevoel, maar raakt hij niet in de stress.

Nog een tip: kook bij voorkeur zelf. Want het kopen, snijden en bereiden van de ingrediënten zet al een proces in de hypothalamus in werking: ‘Er komt eten aan’. Dat helpt om een meer verzadigd gevoel te krijgen. Eet bewust, dus met aandacht en niet met het bord op schoot voor de tv.

Als je tussen de eetmomenten door toch honger krijgt: ga bewegen. De hypothalamus laat je met rust als je in actie bent. Als je gaat jagen moet je immers ook niet worden ­gehinderd door een rommelende maag, schrijven de ­auteurs.

Ook heel belangrijk: slaap goed. Als je te weinig slaapt, verandert er iets in de hormonen die gaan over eetlust en verzadiging. De hamster luistert dan minder goed naar het signaal dat je voldoende gegeten hebt. Nog een tip: zoek hulp. Laat je coachen om het vol te houden. Dat kan door familie of vrienden, maar uiteraard ook door een gewichtsconsulente.

Maar de belangrijkste boodschap is misschien wel dat je vooral niet te snel moet willen afvallen – hooguit 200 gram per week. ,,Dat is nog altijd tien kilo in een jaar,” zegt Biezeveld. ,,Duurzaam.”Als je te snel gewicht verliest, raakt de hamster gestrest. ,,Hij ziet dat er heel weinig binnenkomt, dat er wel heel veel energie wordt verbruikt en dat de energiereserves slinken,” zegt Kreier. ,,Dan denkt de hypothalamus: we gaan dood. Hij gaat zich daartegen verzetten: de hartslag gaat omlaag, de temperatuur daalt en je wordt nog langzamer.”

Kortom: de hele basisverbranding gaat op stand ‘zuinig’. Om er wat kilo’s af te krijgen moet iemand dus nóg minder eten en nóg meer bewegen. Dikke kans dat iemand dat niet volhoudt en toch weer in gewicht aankomt: het ­jojo-effect. Onschuldig is dat allerminst, want de hypothalamus kan de basisverbranding permanent op de spaarstand zetten – ook als er geen lijnpoging wordt gedaan. Dan kom je al aan als je ‘gewoon’ eet.

Uit: De Hamster in je Brein – Felix Kreier en Maarten Biezeveld. Gepubliceerd met toestemming dd 27-09-2020.